De persoon Ray Wilkes is waarschijnlijk minder bekend dan de hashtag #raywilkes. Die laatste vergezelt dan meestal een foto van Wilkes’ meest tijdloze ontwerp, een modulair zitsysteem dat er met het kenmerkende, afgeronde silhouet vrolijk uitziet. Je kunt een #raywilkes ook in het wild tegenkomen, zoals mij overkwam toen ik een Instagram-post zag van een vintage-handelaar in de buurt van San Fransisco, die een paar jaar geleden een paar verchroomde onderstellen van de ontwerper zelf had weten te bemachtigen. Die onderstellen zijn ongewoon en zeldzaam: ze zijn alleen als prototype voor Herman Miller gemaakt en nooit in productie genomen. Ik was geïntrigeerd.
En ik ben vast niet de enige die graag meer te weten wil komen over Ray Wilkes, nu Herman Miller zijn iconische modulaire bankgroep, bijgenaamd ‘Chiclet’, opnieuw heeft uitgebracht voor een nieuwe generatie.
Gelukkig heeft de persoon Ray Wilkes, inmiddels 85 en woonachtig in Zuid-Californië, een scherp geheugen voor details. Hij weet het adres nog van het kantoor van George Nelson in Manhattan (50th Street bij 5th Avenue) toen Ray voor het eerst in de Verenigde Staten arriveerde met een studiebeurs van het Royal College of Arts. Hij herinnert zich precies de Herman Miller catalogus (Action Office I, 1964, met groene omslag) waarvoor hij tekeningen maakte, in samenwerking met Tomoko Miho.
Of zoals Lance Wyman, ook een vriend en collega uit de Nelson-dagen, zegt: “Wilkes is nog altijd zo scherp als een mes en zeer gevat.”
Een heldere Brit in Michigan
“Ik houd nu eenmaal van totale eenvoud,” zegt Ray Wilkes. “Het is de filosofie van mijn leven. Een architect heeft me ooit verteld dat ik een geboren minimalist was. En minimalisme is niet alleen maar rechte lijnen – het belangrijkste is de vorm en de eenvoud van het maken ervan.”
Die zienswijze is bepalend geweest voor al het werk van Wilkes, maar in het bijzonder bij de ontwikkeling van zijn modulaire bankgroep. Nadat hij in Michigan was aangekomen om fulltime bij Herman Miller te werken onder de toenmalige designdirecteur Bob Blaich, begon Wilkes te experimenteren met een nieuw speeltje in de productieruimte van de fabriek: een machine om schuim in een matrijs te spuiten. “In eerste instantie probeerden ze de machine te gebruiken voor Eames-meubilair en daarna vroegen ze mij wat je ermee kon doen,” vertelt hij. Wilkes had de technologie onder de knie gekregen tijdens een periode bij ontwerper Harvey Probber in Rhode Island, waar hij had geleerd hoe luchtbellen in het schuim konden worden vermeden.
De voorgevormde vormen die hij bedacht waren “helemaal afgerond, en het was mogelijk om ze te stofferen met de tweerichtings stretchstoffen van Herman Miller met een naad langs de rand van het zitkussen, wat erg moeilijk zou zijn geweest met traditionele textielsoorten.” Die zeer kenmerkende kussenvorm leidde tot een populaire bijnaam voor de collectie die vandaag de dag nog steeds gangbaar is, naar de bekende kauwgum: Chiclet.
Op het eerste gezicht lijkt zijn ontwerp een stilistische afwijking van de klassiekers van Herman Miller, maar Amy Auscherman, Head of Archives and Brand Heritage, wijst erop dat “het een modulair systeem is, en Herman Miller blinkt uit in systemen.”
Op dezelfde manier heeft Herman Miller een lange staat van dienst op het gebied van materiaal- en meubelinnovatie, die wordt gekenmerkt door de meubelgroep van voorgevormd multiplex van het Eames-duo en helemaal teruggaat tot Gilbert Rohde, die het idee van een sectionele bank bedacht. “Chiclet is een andere manier om dat idee te benaderen met nieuwe materialen en een andere esthetiek,” legt Auscherman uit. “Het ziet er postmodern uit, maar het is tijdloos, omdat het tot de essentie is teruggebracht.”
Probleemoplossend design, van sling tot soft seating
Nadat Wilkes zijn diploma in meubelontwerp had behaald aan het Royal College of Art in Londen – met eersteklas onderscheidingen, zoals hij niet nalaat te vermelden – arriveerde hij in New York met maar één wens: werken in de studio van George Nelson. Hij sloot zich aan bij het team van ontwerpers (de al eerder genoemde Miho en Wyman, evenals Hilda Longinotti, Ron Beckman, Bill Cannan, Irving Harper en anderen) en werd ingelijfd om een nieuw meubelstuk te ontwerpen: de Sling-bank.
“Ik kreeg de verantwoordelijkheid om het te laten werken zodra ze het ontwerp af hadden. Ze hadden problemen met de bekleding waar die aan het frame vastzat, dus deed ik wat onderzoek,” herinnert Wilkes zich. “Er was een Engels bedrijf dat een soort rubberfolie maakte, dus heb ik dat in plaats van singels onder de kussens bevestigd. Ik kreeg nog een bedankje van George, omdat ik hem geholpen had de bank in het MoMA te krijgen.”
Na drie jaar bij George Nelson & Associates, keerde Wilkes terug naar Groot-Brittannië, maar ging daarna vrij snel weer naar de Verenigde Staten: eerst naar Rhode Island, waar hij een tijdje bij Probber werkte, en toen door naar Michigan, waar hij werd aangenomen voor een full-time baan bij Herman Miller. De jaren bij Miller waren zowel creatief als persoonlijk vruchtbaar. Wilkes ontmoette er zijn vrouw, Anitra Seitamo, een Finse ontwerpster die aan de showrooms van het bedrijf werkte.
Verschillende van zijn prototypes voor het bedrijf zijn niettemin nooit op de markt gekomen. Wilkes beschrijft een bureausysteem van hout, een “alternatief voor Action Office, dat ik nogal saai vond.” Zijn ideeën bleken halverwege de jaren zeventig moeilijk uitvoerbaar vanwege de toenmalige focus op het nieuwe kantoorlandschap. “De marketingafdeling was altijd bezig met Action Office II, met stoelen met gaas, zonder stoffering. Alle energie in het bedrijf ging uit naar dat gebied.”
Niettemin zijn Wilkes’ ontwerpen uit die tijd zeer vooruitstrevend: vroege voorgangers van de zachte gestoffeerde vormen die vandaag zo populair zijn, met een dosis speelsheid die tekenend is voor de jaren 70. Zo is er de Soft Seating uit 1974, een collectie gestoffeerde stoelen met “een royale zitkuip [en een] zacht oppervlakteconcept dat duidt op ultiem comfort”, die werden geplaatst op verchroomde onderstellen waaronder zwenkwieltjes schuilgingen.
En dan is er de Rollback-stoel (1977), die, zoals de New York Times beschreef in hun verslag van de NeoCon dat jaar:
De buitenmaatse worst – hij is ongeveer zo groot als een enorme rol handdoekpapier – biedt de gebruiker de keuze uit zeven rugleuningstanden, verstelbaar over 70 graden. De bebaarde Britse ontwerper rolde de rugleuning gemakkelijk door de verschillende standen, maar het kostte een paar minuten om de zitting op de juiste hoogte te brengen.
“Het kost wat moeite,” gaf hij wat ongeduldig toe, terwijl hij het zich gemakkelijk maakte op de stoel en met zwaaiende benen in een volledige cirkel ronddraaide. “Het oorspronkelijke ontwerp had een gasveer die het op en neer bewegen zou hebben vereenvoudigd. Er zijn nog wat productieproblemen te overwinnen, maar die functie komt eraan.”
Een ander ontwerp van Wilkes, dat de markt wel haalde, was een flatpack salontafel die bij zijn modulaire bankgroep hoorde. Het is in alle eenvoud een buitengewoon prettig item: een bovenblad, een metalen plaat met clips die aan de onderkant vastklikken en gebogen poten.
Je zou je kunnen verbazen over het feit dat de Chiclet zo’n indruk heeft gemaakt op vintage-verzamelaars in de decennia na de release in 1976. Wilkes is verheugd over de blijvende relevantie van de sofa, maar niet per se verbaasd: “Het design is zo basic dat het tijdloos is.”
Wat werd geïntroduceerd als break-out meubilair bedoeld voor de lobby’s van kantoorgebouwen, is comfortabel genoeg en veelzijdig genoeg om in bijna elk wooninterieur een plaats te krijgen. Originele Chiclets, meestal die met twee en drie zitplaatsen, worden meestal direct verkocht zodra ze worden aangeboden via winkels als Bi-Rite Studio, Home Union en Circa Modern. Of zoals Auscherman, die haar eigen vintage Chiclet-fauteuil en -loveseat online via Craigslist vond toen ze naar Michigan verhuisde om bij Herman Miller te komen werken, zegt: “Onze meest succesvolle, duurzame producten hebben het altijd goed gedaan in elke context, omdat het goed design is.”
Nader bekijken
Bekijk waarom de Wilkes modulaire bankgroep misschien wel iets voor u zou kunnen zijn.