Kindah Khalidy verhuisde naar haar studio in Berkeley, Californië, niet lang nadat ze een flessenetiket had ontworpen voor de distilleerderij die naast de studio ligt. Ze had een plek nodig voor grotere schilderijen (haar thuisstudio is vrij klein) en de distilleerderij had een leeg kantoor. De witgekalkte muren die uitkomen op een lege grindtuin, vormen een minimalistische antithese ten opzichte van Khalidy's borrelende, kleurrijke doeken met meerdere texturen. Dat is het punt.
"Ik had ruimte nodig om ze te verplaatsen", zegt ze. "Of om een paar mee van huis te nemen en ze hierheen te brengen."
Khalidy's schilderijen – vaak ruim anderhalve meter breed – vergen tijd en veranderingen in perspectief maken deel uit van het schilderproces. Soms betekent dat zitten en staren. Andere keren moet je een canvas naar een andere muur verplaatsen. In de maanden (soms jaren) die een enkel stuk nodig heeft, ontstaan er soms andere schilderijen die ook groeien. "Binnen elk schilderij bevinden zich duizenden varianten en verschillende richtingen waarin het werkstuk kan gaan," zegt Khalidy. Dat maakt het gemakkelijk om te beginnen, maar het is moeilijk om te weten waar je het stuk moet afwerken. "Het is moeilijk, maar je moet de plek vinden waarin je het gemakkelijk los kunt laten. Je moet het in beweging houden."
Khalidy heeft geen kostbaar geheim systeem: ze denkt alleen lang na en brengt veel geduld op. In feite komt haar echte werk neer op het verwijderen van die berekende kaders. "Ik probeer niets vooraf te plannen", zegt ze. "Ik probeer beter te worden in tekenen, vooral in lijnen, zodat ik helemaal niet meer hoef te schetsen. Niet dat ik tegen schetsen ben, maar ik daag mezelf graag uit om zonder te werken."
Aan de muren van het lichte, sobere atelier hangen doeken, aan de dakspanten hangt een geschilderde jurk en op een werktafel ligt een stapel stoffen, nog in hun plastic vacuümverpakkingen. Haar esthetiek, die omschreven wordt als 'een evenwicht tussen kleur en negatieve ruimte zoals ongemakkelijke, onnatuurlijke gevoelens of vormen met platte, veilige gevoelens', leent zich voor mode, waar de energie basisartikelen tot leven brengt, van peuterkleding tot skateboardschoenen. Khalidy heeft haar eigen textiellijn genaamd Seamripper en werkt samen met bedrijven als Vans. "Het is leuk om de schilderijen tot leven te zien komen door beweging", zegt ze, alvorens eraan toe te voegen dat we ons uitdrukken met mode. "We voeren gesprekken met onze kleding en onze kleding voert gesprekken met andere mensen."
Maar werken aan producten is niet zo eenvoudig als het draperen van een canvas over een jurk. "Er zijn beperkingen als je objecten schildert", zegt Khalidy. "Je moet je uiteraard aanpassen aan hun vorm, letten op hoe de verf druipt, of hoe het patroon op een manchet of mouw valt. Maar als het een product is, wil ik er zeker van zijn dat het er voor altijd goed uit blijft zien. Dat is moeilijk: als je het zo opzettelijk moet aanpassen, raakt de magie ver te zoeken."
"Binnen elk schilderij bevinden zich
duizenden varianten
en verschillende richtingen waarin het werkstuk kan gaan."
Eén specifieke fluwelen print begon als een papieren collage, gelaagd en geverfd om eruit te zien als vissenschubben, vervolgens gefotografeerd en herhaald. Voor een ander: "Ik pakte vormen uit tien of vijftien schilderijen en maakte de herhaling zelf," legt Khalidy uit. "Deze gouden klodder kwam bijvoorbeeld hier vandaan," zegt ze, wijzend van de rol stof naar een afdruk van een van haar schilderijen die tegen de tegenoverliggende muur leunt. "Ik heb regels over wat een product wordt en wat beeldende kunst wordt, regels over wat ik voor patronen gebruik. Sommige dingen zijn en blijven heilig,” zegt ze. "Als ik een patroon maak en kies welke klodders er deel van gaan uitmaken, voer ik mijn eigen gesprek met het schilderij. Sommige vormen zijn te speciaal, die zou ik niet op een patroon zetten. Sommige klodders moeten gewoon op het canvas leven."
Khalidy is onlangs begonnen met het decoreren van taarten voor de openingen van haar galerieshows – ‘ze maken eetbare verf, zelfs eetbare spuitverf’ – en op de planken in haar atelier staan een paar sneeuwwitte, nepschuimtaartvormen, klaar om ingekleurd te worden. Aan de dakspanten hangen papieren lantaarns bezaaid met gekleurde kransen en kronkels, als gloeiende petrischalen.
"Ik schilder graag op papier", zegt ze over de lantaarns, "en deze [de Nelson Bubble-hanger] is echt gaaf. Het voelt aan als papier, maar het is eigenlijk een soort plastic dat als kunstmatig spinnenweb geweven wordt." Er lopen een paar druppels langs de doorschijnende polymeerkap. Dat is goed. "Ik vind het leuk om hier en daar wat achter te laten, een mix van toevallig en opzettelijk," vervolgt Khalidy.
"We voeren gesprekken met onze kleding en onze kleding voert gesprekken met andere mensen."
Haar bruisende studio voelt een beetje als een van Khalidy's doeken, en een beetje zoals hoe ze werkt: Momenten van vrije expressie tegenover de heldere zucht van rust. Dus wie is Khalidy in deze reeks? Nog een iriserende vorm, gebarend over de pagina? "Nee, ik moet het in evenwicht brengen. Kijk eens wat ik draag: volstrekt eenvoudig. Ik zou nooit mijn eigen stoffen dragen. Dat zou te veel zijn!"