Een postmoderne klassieker, energiek en toegankelijk
De Wilkes modulaire bankgroep, oorspronkelijk in 1976 op de markt gebracht, was bepaald geen gegarandeerd succes toen Wilkes hem ontwierp. Het was een uitdaging om er binnen Herman Miller aandacht voor te krijgen, vanwege de plotselinge impact van Action Office en de overweldigende populariteit van de werkpleksystemen.
Maar Wilkes stuitte in de productieruimte op een nieuwe installatie voor het spuitgieten van schuim. De machine produceerde de strakke lijnen en gladde, afgeronde vormen die hij voor ogen had – en dat betrouwbaar, elke keer weer. Elk zitkussen was perfect vierkant met afgeronde randen, zoals de vorm van Chiclet-kauwgom, waaraan de collectie zijn alom bekende bijnaam kreeg te danken. Het was een vorm die eerder niet gemaakt kon worden.
De Wilkes modulaire bankgroep was het resultaat van experimenteren met wat toen een innovatie in massaproductie was – net zoals de iconische Eames-stoelen van voorgevormd multiplex het resultaat waren van productietechnologie. Voor Wilkes is “minimalisme niet alleen maar rechte lijnen. Het belangrijkste is de vorm en de eenvoud van het maken ervan.”
En het opvallende kleurenpalet? Dat is te danken aan Alexander Girard, die de nieuwe, in twee richtingen rekbare bekledingsstof van het bedrijf van verzadigde regenboogtinten voorzag. De combinatie van de directe designstijl van Wilkes met Girards beroemde kleurrijke palet maakte van de zogenaamde ‘Chiclet’ een levensvatbare, verkoopbare collectie.
We hebben het ontwerp geactualiseerd met bekledingsopties en mogelijkheden voor stroomvoorziening, waardoor het functioneler en toegankelijker is geworden voor mensen met een breder scala aan esthetische voorkeuren. Verder weten we dat als iets goed is, je er vanaf moet blijven. De jaren zeventig mogen dan weer in de mode zijn, het zijn de eerlijkheid van het Wilkes-ontwerp en de eenvoudige constructie die de Wilkes modulaire bankgroep tot een blijvende klassieker maken.