Max De Pree, vooraanstaand leider in de bedrijfswereld en het maatschappelijk veld, publiceerde veelzeggende en treffende analyses over de kwaliteiten van leiderschap waardoor zijn invloed veel verder reikte dan het bedrijf waaraan hij leiding gaf en de branche waarin dat bedrijf zichzelf heeft onderscheiden. Als CEO van Herman Miller, Inc. hield hij de fabrikant van kantoormeubilair uit Zeeland, Michigan in de voorhoede van innovatieve, vooruitstrevende, en barmhartige bedrijven. Onder zijn leiding werd de omzet van het bedrijf bijna verdrievoudigd en kreeg het regelmatig de kwalificatie “meest bewonderd" toebedeeld door Fortune magazine.
Herman Miller werd bovendien regelmatig vermeld in de ranglijsten van “beste bedrijven om voor te werken” in de Verenigde Staten, onder meer omdat De Pree een pleitbezorger was van innovatieve medewerkersprogramma's zoals de “Silver Parachute” (een programma dat werd ontwikkeld om alle medewerkers te beschermen in geval van een vijandelijke overname), winstdeling en aandelen voor medewerkers.
Met zijn boeken en lezingen kreeg De Pree wereldwijde aandacht voor zijn originele en helder verwoorde verkenningen van zakelijk, maatschappelijk en persoonlijk leiderschap. De Pree’s eerste boek, Leadership Is an Art, werd uitzonderlijk goed ontvangen door zeer uiteenlopende recensenten waaronder managementfilosoof Peter Drucker, president Bill Clinton en zakenman Sam Walton. Met zijn boek ontving hij niets dan lof voor zijn humanitaire en spirituele inzichten. De Washington Post omschreef het als “klein en bezield genoeg om als een gebedenboekje op zak te dragen - en in sommige opzichten is het dat ook."
Kenmerkend voor zijn originele inzichten, sprak De Pree de eenvoudige en tegelijkertijd veelzeggende woorden: "De eerste verantwoordelijkheid van een leider is om de realiteit te definiëren. De laatste is om te bedanken." Hij zette zich in voor het “inclusive capitalism” dat hij baseerde op een “concept van personen” geworteld in zijn christelijk geloof.
In 1992 publiceerde De Pree een tweede boek over leiderschap, Leadership Jazz, dat zijn titel ontleende aan de observatie van De Pree dat “jazz, net als leiderschap de onvoorspelbaarheid van de toekomst combineert met de bijdragen van individuen.” De Pree schreef daarnaast nog drie andere boeken: Dear Zoe, Leading Without Power en Called to Serve. Er zijn van de boeken van De Pree meer dan een miljoen exemplaren over de toonbank gegaan en ze zijn vertaald in meer dan een dozijn talen.
Max De Pree werd in 1924 geboren in Zeeland, Michigan, in de Verenigde Staten. Hij slaagde voor zijn eindexamen bij Zeeland High School en stroomde door naar Wheaton College alvorens hij zich in 1943 aansloot bij het Amerikaanse leger. Tijdens zijn militaire dienst diende hij anderhalf jaar bij het Amerikaanse derde leger in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog en studeerde hij aan de University of Pittsburgh, Haverford College en de Sorbonne. Na zijn afzwaaien schreef De Pree zich in bij Hope College in Holland, Michigan, in de Verenigde Staten waar hij afstudeerde als Bachelor of Arts.
In 1947 begon hij bij The Herman Miller Furniture Company, een klein familiebedrijf dat in 1923 door zijn vader was gekocht en omgedoopt. Aan het begin van zijn carrière raakte De Pree geïnteresseerd in architectuur en werkte hij in 1954 samen met Charles Eames aan het ontwerp voor een huis. In 1958 werkte hij samen met George Nelson aan de hoofdvestiging van het bedrijf. In de jaren daarna bekleedde hij uiteenlopende functies op de afdelingen Operations, Sales en Marketing. In 1968 verhuisde hij naar Europa om daar leiding te geven aan de Europese en internationale bedrijfsonderdelen en de bouw van faciliteiten in Bath en Chippenham in Engeland te coördineren. Vervolgens bracht De Pree Herman Miller, Inc. ertoe om in nauwe samenwerking met prominente architecten een aantal veelbekroonde bedrijfsfaciliteiten te realiseren.
In 1981 bekroonde de American Institute of Architects het bedrijf met de AIA Gold Medal voor “dedication to design excellence.” De afdeling van de American Institute of Architects in Los Angeles reikte in 1991 hun Presidential Commemorative Award uit aan De Pree. Hij werd bovendien uitgeroepen tot erelid van de afdeling Michigan van de AIA.
In 1971 werd De Pree verkozen tot voorzitter van de bestuursraad van Herman Miller. Onder zijn leiding begon de raad met het aannemen van mensen met uiteenlopende kwaliteiten en achtergronden en werd het een echt diverse en professionele groep. In 1980 werd De Pree Chief Executive Officer. Hij pleitte voor meer betrokkenheid en “inclusiveness” bij Herman Miller, twee kenmerken waarvoor het bedrijf reeds alom gewaardeerd werd.
De Pree had zeven eredoctoraten op zak en was werkzaam in de besturen van Hope College en de Fuller Theological Seminary in Pasadena, Californië. Na 40 jaar in het bestuur van de Fuller, richtte de school in 1997 als eerbetoon het Max De Pree Center for Leadership op. In 1992 werd hij door Fortune magazine toegevoegd aan de National Business Hall of Fame. Hij was ook werkzaam in de adviesraad van de Peter Drucker Foundation.
Ooit vroeg een financieel analist hem eens met welke problemen Herman Miller en diens leiders werden geconfronteerd. De Pree antwoordde: “het ondervangen van entropie.” Hij zag bedrijfsverval als een voortdurende bedreiging die gepaard ging met "een duistere spanning tussen belangrijke mensen", "handleidingen", "leiders die vertrouwen op structuren in plaats van mensen", "het verliezen van gratie, stijl en beleefdheid" en "een teloorgang van onze waardering voor de Engelse taal."
In zijn lezingen aan groepen van de University of London Business School tot de American Institute of Architects en studenten van het Aquinas College in Grand Rapids, Michigan, benadrukte De Pree het belang van organisatiegeschiedenis, innovatie, de noodzaak dat leiders “kwetsbaar” kunnen zijn voor de talenten van anderen en de “authenticiteit van individuen.” Hij was ook geïnteresseerd in het mentorschap. Hij schreef over dat onderwerp en fungeerde als mentor voor leiders uit het bedrijfsleven, de kerk, en non-profit organisaties. "Ik geloof dat deze geven-en-nemen-verhouding de meest effectieve manier is om mensen met leiderschapstalenten het beste uit zichzelf te kunnen laten halen", schreef hij, en ook: "Probeer niet te vergeten dat het mentoraat een wordingsproces is, niet een onbelemmerde opmars naar perfectie."
De Pree laat zijn vrouw Esther achter, die voor hem een onmisbare partner was, zijn zonen Charles en Kris, zijn dochters, Jody en Nancy, hun echtgenoten, 23 kleinkinderen en 13 achterkleinkinderen.