Toen Ray Wilkes in het begin van de jaren 60 met een beurs van het Royal College of Art aankwam in New York om in de Verenigde Staten te studeren, ging hij meteen door naar een kantoor in 50th Street. De RCA had hem verteld op gesprek te gaan bij George Nelson, de beroemde architect, ontwerper en uitgever.
Maar daarvoor moest Wilkes wel eerst langs Hilda Longinotti, de secretaresse van Nelson. “Ik liep naar binnen en zei dat ik George Nelson wilde ontmoeten en zij zei: ‘Dat gaat niet! Maak dat je wegkomt!’ Vlak voordat ik binnenkwam, hadden ze grote ruzie gehad,” zegt Wilkes. Longinotti was niet in de stemming om behulpzaam te zijn.
Maar toen Wilkes eenmaal was opgenomen in het Nelson-universum, maakte hij snel indruk. “Altijd zo scherp als een mes en zeer gevat,” zegt Lance Wyman, een collega uit de tijd van Nelson Office, over Wilkes. Een van eerste projecten van Wilkes betrof het oplossen van problemen met het ontwerp van de Sling-bank, die door Herman Miller werd geproduceerd en die zich nu in de permanente collectie van het Museum of Modern Art bevindt. “Ze hadden problemen met de bekleding, waar die aan het frame vastzit,” zegt hij. “Ik deed wat onderzoek. Ik kwam uit bij een Engels bedrijf dat een soort rubberfolie maakte, dus heb ik dat in plaats van singels [onder de zitkussens] bevestigd.”
Een decennium later belandde Wilkes in Michigan, waar hij fulltime werkte voor Bob Blaich, het toenmalige designhoofd van Herman Miller, die Wilkes nog kende van zijn tijd bij Nelson. Hij ontwierp zijn modulaire bankgroep (1976) terwijl hij experimenteerde met een nieuwe schuimgiettechnologie die gladde, afgeronde vormen opleverde, die met de in twee richtingen rekbare stoffen van Herman Miller bekleed konden worden.
Net als bij het duo Eames en hun voorgevormde multiplex was de technologie bepalend voor het resulterende ontwerp. De vierkante kussens met afgeronde hoeken leken op Chiclet-kauwgom als ze in felle kleuren werden gestoffeerd (een kleurenpalet dat was ontworpen door Alexander Girard), waaraan de sofa zijn bijnaam te danken kreeg. Het iconische postmoderne design werd in de decennia na de release zeer gewaardeerd op de vintage markt – en met de herintroductie in 2021 heeft het een nieuwe aanhang onder designliefhebbers gekregen.
In zijn tijd bij Herman Miller ontwierp Wilkes ook een salontafel als aanvulling op de modulaire bankgroep-collectie, Soft Seating (1974), en de in hoogte verstelbare Rollback-stoel (1977), die in dat jaar door de New York Times werd opgenomen in het verslag van de NeoCon-expo van dat jaar.
Nadat hij Herman Miller verliet, werkte hij als designconsultant voor bedrijven in Engeland, Europa en de Verenigde Staten.
Wilkes werd geboren in Surrey in Engeland en studeerde design aan het Royal College of Art in Londen.
“Minimalisme is niet alleen maar rechte lijnen. Het belangrijkste is de vorm en de eenvoud van het maken ervan.”
– Ray Wilkes