Noguchi was van mening dat het de taak van een beeldhouwer is om ruimte vorm te geven, om haar orde en betekenis te geven. Kunst moest volgens hem “verdwijnen”, of één zijn met de omgeving. Misschien was het zijn dubbele erfgoed – zijn vader was een Japans dichter, zijn moeder een Schots-Amerikaanse schrijfster – dat een invloed had op zijn manier om de wereld te bekijken met een oog voor “eenheid.”
De ongrijpbare Noguchi creëerde sculpturen zo abstract als die van Henri Moore of zo realistisch als die van Leonardo. Hij maakte gebruik van ieder medium dat hij met zijn handen kon bewerken: steen, metaal, hout, klei, bot, papier of een mengsel van alles - uitsnijden, gieten, snijden, hameren en beitelen behoorden allemaal tot zijn manieren om vorm te geven.
“Wanneer je jezelf beperkt tot een bepaalde stijl word je misschien een expert in die specifieke stijl, maar ik wil tot geen enkele school of stijl behoren,” zei hij. “Ik leer steeds bij, ontdek steeds.”
Zijn buitengewone reeks projecten omvat speeltuinen en pleinen, meubels en tuinen, bustes uit natuursteen en papieren Akari-lampen die zo delicaat zijn dat ze opgevouwen kunnen worden in een envelop. Ook ontwierp hij verschillende decors voor danser/choreagraaf Martha Graham, die net als zijn mentor Constantin Brancusi een inspiratie voor hem was.
Noguchi was intelligent, uitgesproken en gevoelig. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, een donkere periode in de Amerikaanse geschiedenis, liet hij zich vrijwillig opsluiten in een hervestigingskamp voor Japanse Amerikanen in Arizona en kreeg hij vervolgens geen toelating meer om het kamp te verlaten. Na zeven maanden mocht hij vertrekken. “Ik was eindelijk vrij,” zei hij dankbaar. “Van toen af besliste ik om enkel nog kunstenaar te zijn.”
Zijn samenwerking met Herman Miller startte toen een van zijn ontwerpen werd gebruikt ter illustratie bij een artikel dat George Nelson had geschreven met de titel “Hoe je een tafel maakt.” Het werd zijn beroemde ‘salontafel’, oorspronkelijk geïntroduceerd in 1947 en opnieuw uitgebracht in 1984.
Andere opmerkelijke werken zijn de tuinen van het UNESCO-gebouw in Parijs, vijf fonteinen voor de Hoge Raad in Tokio en een hoog muurrelief voor de Abelardo Rodriguez Market in Mexico Stad.
Noguchi overleed in 1988 na een schitterende carrière van meer dan zestig jaar. Voor iemand die van zijn eerste kunstleraar op 15-jarige leeftijd te horen kreeg dat hij “nooit een beeldhouwer zou zijn”, heeft hij een indrukwekkend erfgoed nagelaten.